|
28-05-2014 Als advocaat wordt mij geregeld de vraag gesteld hoe het mogelijk is dat iemand wordt verdedigd die een ernstig strafbaar feit heeft gepleegd. Er wordt daarbij een beeld opgeroepen van een zakkenvullende advocaat die alleen maar recht praat wat krom is, zand strooit in de ogen van Vrouwe Justitia en uit is op onbenullige vormfouten, resulterend in een klinkende (onverdiende) vrijspraak.
|